Oude voorspellingen - Reisverslag uit Faroe Islands, Faroe eilanden van Hetty Vollenbroek-Janssen - WaarBenJij.nu Oude voorspellingen - Reisverslag uit Faroe Islands, Faroe eilanden van Hetty Vollenbroek-Janssen - WaarBenJij.nu

Oude voorspellingen

Door: Hetty

Blijf op de hoogte en volg Hetty

30 April 2013 | Faroe eilanden, Faroe Islands

“Ben je bijgelovig?”, vraag ik Henk.
“Nee, waarom?”
“Dan ga ik je iets vertellen van lang geleden. Ik ben pas een jaar of 20. Ik heb in die tijd een vriendje, zijn naam is Lex. Ik zit op de avondschool, Lex is met school gestopt en is werkloos, zoals al die jongeren in die tijd. De toekomst ziet er niet gunstig uit. Veel werkloosheid en een softe mentaliteit. Ik probeer er nog wat van te maken. Ik doe naast mijn opleiding nog een poging om werk te vinden en werk af en toe op oproepbasis in een ‘Chinees winkeltje’, Toko Kwan Tha genaamd, waar ze Indiajurken en – slippers verkopen, wierook, sieraden en Chinees porselein. Ik voel me gelukkig. Lex daarentegen is altijd bezig met fantaseren over hoe hij zijn doel kan bereiken. Dat doet hij bij voorkeur met een joint, dat fantaseert wat makkelijker. Want hij wil natuurlijk meer dan alleen maar thuis zitten. Hij wil het liefst naar India. Wat hij daar wil doen, staat me niet meer voor ogen, dus veel spectaculairs zal het niet zijn geweest. Waarschijnlijk is zijn antwoord op die vraag altijd: “Ach ja, gewoon,” en dan volgt er wat zenuwachtig gehinnik en gegrijns. Ik heb dat nooit afgekeurd, die droom, maar wel altijd gezegd: “Ga er dan aan werken, in plaats van op je kont te zitten.” Maar goed, dit even voor de sfeer, ik dwaal af. Lex houdt zich ook graag bezig met astrologie. Hij heeft van die boeken die ik niet kan lezen, gewoon omdat ik er helemaal niets van snap. Ze staan vol met cirkels die de hemel voorstellen en daarin staan dan weer meridianen, getallen eromheen, symbolen van de sterrenbeelden en planeten en daaronder tekst die voor mij onleesbaar is. Mijn geest leende zich toen al niet voor ingewikkelde wetenschappelijke verhandelingen. Nu nog steeds niet.
Lex vindt het weleens leuk om voor mij mijn horoscoop uit te rekenen. Hij plaatst mijn geboortedatum en –tijd in een diagram en weet er dan na dagen rekenen en tekenen iets over te zeggen. Hij heeft me ooit een bizarre voorspelling gedaan. Ik zou op latere leeftijd verdrinken. Als ik ergens zo midden vijftig ben. Nu ik er goed over nadenk, zou ik me zo maar kunnen voorstellen dat ik zesenvijftig ben, in zijn voorspelling. Dan verdrink ik als ik een boottocht maak.
Henk kijkt me aan. Hij zegt nuchter: ´Ik heb het luchtbed niet meegenomen. Dan had je een reddingsvlot gehad”.
“Jammer…”

Een dag later, we zitten op de boot. Ik ben suf van het reistabletje dat ik van tevoren heb ingenomen. De boot glijdt gladjes door het water. Was ik vorige week de hele week bijna niet aanspreekbaar vanwege de griep, nu lig ik suf en duf liggen te wezen van de reispillen. Ik ben normaal gesproken direct zeeziek, mijn hele leven al, en ga dus bij voorkeur niet de boot in. Als het dan toch moet, dan mét pillen. Ik wil het liefst slapen, maar Henk wil na het eten nog graag even naar het bovendek, kijken naar de zonsondergang en onze route langs de Noorse kust. Die kun je zo zien liggen vanaf de boot en naarmate het donkerder wordt, worden er meer en meer lichtjes zichtbaar. Ik vecht tegen de slaap. Een vuurtorentje geeft ons vriendelijk zijn knipoogjes. Gelukkig trekt de mist in mijn hoofd dan wat weg, hetgeen eigenlijk betekent dat ik een nieuwe pil moet nemen. Ik kijk het even aan. Het gaat goed. Het weer is ook zo rustig. De boot is enorm groot, acht dekken hoog en enorm lang. Een zwembad aan boord, ruimte voor meer dan duizend passagiers, diverse bars en eetzalen, een bioscoop. Ben je gek, ik word niet ziek, ik voel de boot niet eens meer bewegen. Morgen een lekker ontbijt en dan eens kijken hoe de fitnessruimte is.

“Henk….”
Ik hoor aan zijn bewegingen dat hij wakker is. Het is donker in de cabine, het lamplicht van de gang schijnt onder de deur door maar je hebt in deze ruimte zonder raampjes geen benul van tijd.
“Ja?”
“Wil je voor mij een reistabletje pakken?”
Henk gaat zitten, doet het licht aan. Het is kwart voor zeven ’s morgens. Ik ben te beroerd om overeind te komen. We zitten in de cakewalk van de kermis, of in de Hully Gully, ik weet niet hoe die attracties heten. Op en neer gaat de boot, het lijkt alsof hij een rollende beweging maakt zodat ik me in een soort van horizontale centrifuge bevind. Henk vindt op mijn aanwijzingen de felbegeerde pil. Ik blijf liggen, drink liggend wat slokken water uit een flesje en hoop dat het tabletje snel werkt. Een half uurtje heeft het zeker nog nodig. De boot deint onveranderlijk heen en weer, in een slome grote beweging. Dan lijkt het even stil, word ik opgetild en val ik weer naar beneden. Alsof je met de auto te snel over een verkeersdrempel rijdt. Ik hoor het bonken van de boot in de golven. Een siddering trekt door de romp. Ik hoor de spiegel aan de wand trillen. Dit patroon blijft zich voorlopig herhalen.

“Pak je ook even een plastic zak?”, vraag ik een kwartier later. Het water moet er weer uit, voel ik. Henk is maar net op tijd met het leegmaken van een plastic boodschappentas. Daar komt het water al. Kokhalzend probeert mijn lijf er meer uit te pompen dan er in is gegaan. Dat wil nooit lukken, maar hoe wonderlijk, de pogingen hiertoe blijven komen. Dan voel ik dat ik naar toilet moet. O help, overeind komen lijkt me moordend op dit moment. Maar ik moet, ik moet écht, ik heb het al heel lang uitgesteld. Henk helpt me overeind en moet daarbij ook zelf moeite doen niet te vallen. Ik wankel naar de pot, plof neer en laat alles lopen. Het komt er uit alle gaten uit. Er biggelen zelfs tranen over mijn wangen en er komt snot uit mijn neus. Gelukkig zit ik op een toiletpot en met mijn hoofd boven de wasbak. Toch wel makkelijk, die kleine prefab toilet- en douchecabines. Er is geen schade. Alleen opluchting. Henk helpt me weer vakkundig in bed, trekt door, en gaat dan op jacht naar nieuwe kotszakjes terwijl er een heel irritante zin uit een oud liedje in mijn hoofd gaat rondspoken: “…en met een een-twee-drie in Godsnaam, ging het Ketelbinkie overboord…”

“Je bent niet de enige,” zegt Henk als hij triomfantelijk een hele stapel zakjes komt brengen. “Er zaten drie van die jonge gasten in de gang, alle drie een zakje in de hand, naast elkaar op een bankje. En maar kotsen… Iedereen probeert zich staande te houden, maar dat valt niet mee. De golven zijn hoog, wel zo’n meter of tien schat ik, en het schuim zit op de ramen.” Ik blijf mooi liggen. Geen haar op mijn hoofd die er aan denkt op te staan. Er klinkt een oproep van de kapitein door de luidsprekers: of er een dokter aan boord is en of die zich alstublieft wil melden. Ik vul nog wat zakjes met enkel een beetje gal en ben blij dat ik voel dat het pilletje wat gaat werken, dat ik het niet helemaal heb uitgespuugd. Dan val ik weer in slaap.

Rond een uur ’s middags lijkt het wat rustiger te worden. Ik ben de hut niet meer uit geweest. Henk wel, die loopt af en toe wat op en neer maar moet soms ook gaan liggen, omdat het toch wel erg te keer gaat. Ik knabbel op een droog broodje en eet een klein bakje yoghurt, restjes van zijn ontbijt. Ik neem het tweede pilletje, vanaf nu gewoon om de acht uur zo’n ding. Dan maar slaperig de oceaan over. Weer een mededeling van de kapitein. Normaal gesproken zouden we morgenvroeg om vijf uur aankomen op de Faro eilanden, vanwaar we ’s middags weer zouden vertrekken. Het vertrek is uitgesteld tot tien uur ’s avonds, in verband met de weersverwachting. Dat betekent dan ook weer later aankomen op IJsland.
“Dan moet het toch wel erg zijn, als ze het schema van de reis aanpassen,” merk ik op.
Als antwoord op mijn opmerking begint het schip weer te rollen en te bonken, een diep grommend geluid komt uit zijn binnenste en laat de spiegel opnieuw trillen. Ik val in slaap, leve de reispil.

29 april
Vandaag is het maandag en heeft de boot de hele dag in de haven gelegen van de kleinste hoofdstad ter wereld: Tornshavn. Ik heb dus ook geen pillen geslikt en we willen van boord. Henk heeft gezien dat er slechts één auto het uitrijden van de Bigfoot verhindert. Er zijn al vele auto’s van boord, hun eindbestemming was de Faro eilanden. Heel toevallig komt de bestuurder van de auto, die ons de weg belemmert, aanlopen als wij ook op het autodek zijn. Gewillig zet hij zijn auto, een leuk campertje trouwens, aan de kant zodat wij er uit kunnen rijden. We zullen de omgeving eens gaan verkennen. Dat is nog niet zo makkelijk op het eerste gezicht. Eenmaal uit het havengebied rijdt Henk op goed geluk een richting op, maar we blijken in een rondje te rijden. We kopen een kaart bij een benzinepomp maar ook die biedt nog niet direct uitkomst: een tweede rondje hoofdstad is het gevolg. Ik begin de verhoudingen op de kaart te snappen en heb ook de Garmin ingeschakeld. Navigeren moet ons toch lukken! Na een derde rondje hoofdstad hebben we dan toch de uitweg uit de stad gevonden. De natuur is ruig hier, enorm ruig. Bomen zijn er niet, of ze staan bij iemand in de tuin. De afstanden zijn klein. Voor je het weet ben je een stad uit, een dorp door, heb je de afslag naar het volgende eiland al te pakken. Ik zie een stadje op de kaart dat me wel wat lijkt om koffie te gaan drinken maar daar aangekomen is het klein, stil, uitgestorven, niets te beleven. Alleen de vuilniswagen die ons de doorgang belemmert, is het enige wat hier voor beweging zorgt. Helaas is de weg geen rondweg, hier houdt het op, dus we moeten dezelfde weg terug. Ik vind een rondweg op het andere eiland, dan hoeven we alleen het laatste stuk dezelfde weg te rijden en niet de hele afstand. We drinken koffie in ons eigen vertrouwde huisje en verbazen ons over de kracht van de wind. Geen wonder dat de vertrektijd is uitgesteld, het regent bijna horizontaal en ik word een keer bijna de diepte in geblazen bij een rukwind. Dat scheelde niet veel of ik had me moeten laten vallen in het door- en doornatte gras. Als troost wijst Henk me op een muts, die door iemand verloren is. Ik neem mijn trofee mee de auto in. Ik hoef niet meer buiten te zijn, ik blijf binnen. We maken foto’s van een watervalletje, waarvan het water door de wind omhoog wordt gestuwd. Golven die op de kust breken, bereiken een hoogte van wel zes of zeven meter, schat Henk.
Als we later weer op de boot zijn, begint het flink te sneeuwen. De vlokken jagen langs de ramen en ik hoop dat we dit niet te veel zullen zien op IJsland. Ook aan regen heb ik een hekel. En aan té veel wind, zodat je je evenwicht verliest.
We zitten wat te keuvelen in een van de bars als we in gesprek raken met een stel Belgen. Henk heeft een kanonnetje meegenomen en daarom komt het gesprek op wat je wel en niet mee mag nemen naar IJsland. In ieder geval héél weinig drank (geen kanonnetje per dag, dat zeker niet) en ongeveer drie kilo levensmiddelen per persoon, als het maar geen verse producten zijn. Ik denk aan mijn appels en sinaasappels maar nog meer aan de Brinta en de muesli. Voor we ons gek laten maken door Belgen bellen we met Kaj. Wederom blijkt de naam Veldman garant te staan voor service, want Kaj zoekt het voor ons uit en belt ons terug met de juiste regels. Wat de Belgen zeiden lijkt wel te kloppen. Toen hij op IJsland was, enkele jaren geleden, heeft hij echter geen controle gehad. De Belgen van vanmiddag vertelden over 'heel gedegen, maar rechtvaardige' controle. Wij eten morgen onze sinaasappels aan boord, en nemen het restant brood mee om dan maar op volle zee te smeren. Voor de rest hopen we er dan maar het beste van.
Ik neem om negen uur ’s avonds weer een pilletje, als de stem van de kapitein laat weten dat we bijna gaan vertrekken. Als die werkt, slaap ik wel tot morgen laat in de middag. Dan zijn we eindelijk op IJsland.


  • 01 Mei 2013 - 14:55

    Erny:

    Lieve Luitjes,
    Ik begon het ergste al te vrezen toen ik de aanloop naar je verhaal ging lezen. Tegelijkertijd dacht ik: ' nee Hetty is niet verdronken, want dan kon ik dit nu niet lezen'. Pffftt, gelukkig maar, zeeziekte alleen is al erg genoeg.
    Tot mijn vreugde moet ik zeggen dat hier af en toe toch een vleugje lente te bespeuren valt en gelukkig geen harde wind, sneeuw en regen!
    Deze keer, tot nu toe tenminste, ben ik er niet rouwig om dat ik niet met jullie mee kan.
    Ik ga snel de foto's bekijken. Ik zie verder dat er nog een berichtje staat te wachten. Ben erg benieuwd en zal dat van mijn kant ook zeker weer van commentaar voorzien!
    liefs en tot het volgende bericht.
    Erny

  • 01 Mei 2013 - 20:29

    Annehilde C De Wildt - De Vrij:

    Wat heerlijk om zo met jullie mee te reizen. Van De reis naar Mongolie heb ik erg genoten , wij woonden toen in Ulaan Bataar. Onze stand plaats is nu Apeldoorn maar Piet gaat nog regelmatig naar UB. Als dat werk daar klaar is hopen we ook te gaan reizen zoals jullie maar tot die tijd is het genieten van de verhalen van Hetty en Henk. We wensen jullie een goede reis!!

  • 01 Mei 2013 - 22:59

    Rianne:

    Hallo Hetty,
    Wat een geweldig verhaal weer!
    Ik hoop dat jullie een hele mooie reis gaan maken!
    En niet zo vaak in de garage hoeven te verblijven als vorig jaar naar Mongoliëen.
    Heel veel groetjes,
    Rianne Hazelaar

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Faroe eilanden, Faroe Islands

Hetty

Actief sinds 07 Dec. 2009
Verslag gelezen: 1367
Totaal aantal bezoekers 473134

Voorgaande reizen:

13 Mei 2018 - 17 Juni 2018

Scandinavie

14 Maart 2017 - 17 Mei 2017

Marokko 2017

01 September 2015 - 31 Oktober 2015

United Kingdom and more...

05 December 2014 - 14 Februari 2015

Verenigde Staten

07 Mei 2014 - 28 November 2014

Canada en Amerika

25 April 2013 - 03 Juni 2013

IJsland

23 Juli 2012 - 03 Oktober 2012

Rusland en Mongolie

12 November 2011 - 24 December 2011

Turkije, thuisland van Sint Nicolaas

18 Augustus 2011 - 11 September 2011

Reis zonder reisdoel, augustus 2011

31 Maart 2011 - 30 April 2011

2011 Marokko

15 Augustus 2010 - 10 Oktober 2010

Rondreis Rusland en Mongolie

08 Mei 2010 - 13 Juni 2010

Met grote voeten door Europa

Landen bezocht: