Tien kleine negertjes...
Blijf op de hoogte en volg Hetty
25 Augustus 2012 | Mongolië, Ulaanbaatar
We beginnen deze morgen met een probleem: de motor van Berthus wil niet starten. Omdat we rijden in twee groepen, kan er toch een groep vertrekken, de andere groep wacht tot het probleem is opgelost. Dat kan van alles betekenen, daar hebben we van te voren afspraken over gemaakt. We zorgen er in ieder geval voor dat iemand verder kan of we laten hem veilig achter op een plek waar het probleem opgelost kan worden. Gelukkig start de motor uiteindelijk toch, het was een vochtprobleem als gevolg van de flinke regenbui van afgelopen nacht.
We komen na een kilometer of 40 aan in het stadje Khovd, alwaar we eerst op zoek gaan naar een dierenarts. De hond van Cees en Cara is niet in orde; het beestje is al een aantal dagen ziek en het lijkt steeds erger te worden. Er is een hotline met een dierenarts in Nederland, die aan de hand van de beschrijving van de conditie van de hond zijn advies geeft. Gelukkig hebben zowel Cees en Cara als ook Kaj en Sabine een eerste-hulpkoffer voor de hond bij zich. Toch wil het beestje maar niet eten en blijft de koorts oplopen. We zetten hen af bij een dierenarts en gaan dan op zoek gaan naar een garage voor het probleem van de dynamo van Roy. Als die bij de garage is, kan de rest zijn eigen gang gaan. Na een uur komen we samen op een afgesproken plaats. Daar komt ook de andere groep weer bij ons. Tot onze schrik horen we dat Jan, de motorrijder die later bij ons is aangesloten, onderweg gevallen is. Hij is er gelukkig zonder noemenswaardig letsel van af gekomen, maar de bagagesteun voor zijn koffers is van de motor afgebroken. Hij gaat ook richting garage, om te zoeken naar iemand die een nieuwe steun kan maken. Dat zal wel even duren, wellicht een halve dag. We besluiten om met de auto’s verder te rijden, de twee motorrijders zullen bij elkaar blijven en later weer bij ons aansluiten.
De tocht van vandaag leidt ons langs een prachtig meer, door schitterende natuur, naar een gebied waar prehistorische rotstekeningen zijn. Daar in de buurt slaan we dan aan het eind van de middag ons bivak op aan een riviertje.
Henk bespreekt met Eddy de plannen voor de volgende dag, maar er komt al snel een wijziging van het plan: Cees en Cara hebben weliswaar vanmorgen een dierenarts gezien, maar dat was een veearts voor geiten en schapen, die de hond goedbedoeld een aspirientje gaf. In Ulaan Batar zit een echte dierenarts, dat is 1200 kilometer hier vandaan, off-road. Daar willen Cees en Cara eigenlijk snel naar toe, want de temperatuur blijft oplopen. We overleggen met Cees hoe we dit gaan oplossen. Cees zegt dat hij goede navigatie heeft, de weg wel kan vinden en morgenvroeg rechtstreeks naar UB vertrekt. Hij zal er waarschijnlijk drie dagen over doen. Ulaan Batar ligt op onze route, wij zijn daar over een week en dan kan hij zich weer bij ons aansluiten. Jos en Maria besluiten met hen mee te rijden en ook Roy zal meegaan, omdat zijn dynamo nog steeds dienst weigert. Hij hoopt daar een nieuwe dynamo te vinden.
17 augustus
De ene groep vertrekt om half acht, de andere om acht uur. De derde groep, die van de zieke hond (om ze maar een naam te geven), vertrekt volgens eigen plan. Aan het eind van de ochtend treffen we Berthus en Jan weer op de route. Zo ben je wat kwijt, zo heb je weer wat. Ook ‘vinden’ we nog twee lifters onderweg. Het is een jong stel uit Israël, dat al twee dagen probeert weg te komen uit het gehucht waar we hen vinden. Er is hier werkelijk niets te doen, er staan wat gers, een paar stenen schuurtjes en dat was het dan. We twijfelen even, want wat moeten we met lifters, maar toch besluiten we hen mee te nemen naar het volgende grote dorp, zodat ze in ieder geval een bus kunnen nemen. Als we bij het dorp stoppen, laten ze wel doorschemeren nog verder mee te willen richting de stad Altai, maar dat vinden Henk en ik toch wat te veel van het goede. Ze moeten dan bij ons achter in de Bigfoot, de anderen hebben sowieso geen plaats, en we zijn geen jeugdherberg, toch? Ik vind het dapper, met een rugzak door Mongolië.
18 augustus
We rijden richting Gobi-woestijn. Het is een mooie tocht, dwars door schitterende natuur, werkelijk indrukwekkend. Toch is het voor sommigen een zware tocht; de tracks zijn ruller dan voorheen en dat rijdt zwaarder. De motorrijders hebben het moeilijk. Met name Jan, hij valt onderweg diverse malen, maar het loopt gelukkig steeds goed af. Toch besluit Henk om aan te kaarten dat het wellicht beter zou zijn als Jan in het volgende dorp de verharde track richting UB gaat nemen. Voor zijn eigen veiligheid en omdat we merken dat hij vermoeid is. Aan Berthus de taak om dit met Jan te bespreken. Het blijkt een goed idee te zijn en ook Berthus besluit om naar UB te rijden, de huidige route valt hem zwaar en een paar dagen tijd in een grote stad kan hij goed gebruiken om zijn motor klaar te maken voor verzending naar Nederland. Hij wil het laatste stuk meerijden in een van de auto’s.
Verder gaat het met de rest van de groep redelijk goed. Kaj en Sabine hebben verder geen problemen. Kaj is een leuke gast, enorm sociaal en staat steeds klaar om iedereen te helpen. Fons en Arend hebben ook wat problemen met de auto. De fisco koppeling is al een keer gerepareerd met hulp van Kaj maar nu zou Fons toch graag een nieuwe koppeling bestellen. Als Fons hoort dat Benne, de vader van Kaj, onze oliekeerringen naar een adres in UB heeft verzonden, wordt Benne gebeld met de satelliettelefoon en krijgt hij het verzoek om ook dit onderdeel richting Mongolië te sturen. Benne, hulde weer, ik had werkelijk van te voren niet kunnen bedenken dat we jou zo hard nodig zouden hebben.
Kor en Gretha rijden zonder noemenswaardige problemen mee. Kor wil wel graag ieder pompstation bezoeken dat we tegenkomen omdat zijn auto erg dorstig is. Gisteren heeft hij er drie bezocht want bij de eerste twee waren er geen mensen te vinden die de pomp moesten bedienen. Bij de derde was het gelukkig raak. Joost en Marian zitten meestal in de achterhoede, dat vinden ze prettig. Radboud en Joan hebben beiden een gids in de auto en dat gaat prima. De dagen zijn goed gevuld, iedereen is moe aan het eind en gaat vroeg naar bed. Ook wij gaan op tijd onder de wol.
19 augustus
Vandaag is de dag dat de motorrijders afscheid zullen nemen. Maar volgens onze gidsen moeten ze eerst nog een stukje met ons mee om een specifieke berg te zien, dat is namelijk het mooiste plekje van Mongolië. We zijn nog niet zo lang onderweg of we zijn een deel van de groep kwijt. Hoe dat kan in het vrije veld moet je me niet vragen. Voor ons gevoel hebben we overal zicht, maar we zijn drie auto’s kwijt. Ze zijn helemaal verdwenen. Gelukkig is er nog wel radiocontact.
“Voorbij die kudde kamelen rechts, richting dor struikgewas. Dan kom je over een zandvlakte.”
“Oké, dan vinden we het wel.”
Het werkt niet. Ze blijven verdwenen en wij staan voor niets te wachten Uiteindelijk worden er coördinaten doorgegeven en dan berekenen we dat ze 12 kilometer van ons vandaan zijn.
Na de lunch is het dan een kwestie van rijden en dan hebben we elkaar gelukkig weer gevonden. Het is raar, de berg waar we naar toe rijden lijkt heel dichtbij, maar is kilometers ver. Je hebt in dit landschap geen gevoel voor afstand, het is een grote kale vlakte met wat struikgewas en graspollen, maar je ziet geen wegen, gebouwen, bomen, of wat dan ook om afstand te kunnen schatten. Uiteindelijk zien we wat flikkeren in de verte, hetgeen later Kaj blijkt te zijn die wappert met een reflecterend scherm, terwijl hij boven op zijn auto staat. We hebben elkaar gevonden, maar nog niet de plek die de gidsen ons willen laten zien. Dat blijkt toch wat moeilijker dan gedacht. We nemen hier dus maar afscheid van de motorrijders, omdat de tracks bestaan uit mul zand en we nu op een kruispunt staan met een verharde track. Dan gaat de tocht verder, wel naar een prachtig plekje, maar niet het bedoelde stuk. Jammer, het is niet anders. We hebben een route uitgestippeld die gaat via het bovenste deel van de Gobi-woestijn en we zullen die richting volgen. Kor geeft aan dat hij graag wil tanken bij de dichtstbijzijnde pomp 120 km verder, omdat hij merkt dat het rijden door mul zand erg onvoordelig is en zijn dieselmeter snel zakt. We overleggen met de gidsen en die pomp is in de andere richting. De pomp op de route is 240 km hier vandaan. De meesten willen onze geplande route aanhouden, maar Kor durft het niet aan. Hij besluit daarom de andere kant op te rijden. Joost en Marian vinden dat je in dit land niet alleen op pad moet gaan en besluiten om met hem mee te gaan. We zullen elkaar over enkele dagen weer treffen.
Dit alles betekent dat we op dit moment nog met vijf auto’s over zijn. Hoe gaat dat versje ook al weer, van de tien kleine negertjes?
We maken kamp in een klein dorpje, waar we een winkel vinden en waar we kunnen douchen. We hebben kamelen als buren, maar nog geen diesel. Dat is nog 190 km verder, dat punt willen we morgen bereiken.
20 augustus
We hebben een zwaar leven hier in Mongolië! Iedere dag op tijd er uit en om half acht moet iedereen klaar zijn voor vertrek. Ook vandaag weer, maar we hebben oponthoud: Fons heeft een platte band.
“Daarom rolde ik vannacht steeds tegen Arend aan,“ lacht hij, “die auto staat helemaal scheef.”
Snel en vakkundig, met deskundige hulp van Arend, wordt de band gewisseld. Omdat we nog vijf auto’s hebben, rijden we in één groep. Dat gaat prima. We zien de mooiste landschappen en iedereen is weer lovend over alles om ons heen. Vreemd dat ook tijd een andere rol gaat spelen, als je op deze manier onderweg bent. De dagen vliegen voorbij, koffiepauze, lunch, rijden, het is een prettig ritme. We passeren een prachtige bergpas en rijden door een droge rivierbedding. Opeens een signaal van Fons: lekke band. Dat is de tweede van vandaag. Ook deze band wordt snel en met hulp van derden gewisseld, maar nu is dat toch wel een probleem: Fons heeft geen reserveband meer over, ze zijn nu beiden lek. Gelukkig is het dorp waar we zullen tanken, nog maar 30 kilometer te gaan en dat redden we ook. Eerst bestormen we met z’n allen de benzinepomp van Bayan-Öndör, alwaar een oudere dame in traditionele Mongoolse kledij ons van diesel voorziet. Er wordt opgemerkt dat het met de route van vandaag voor Kor toch wel krap zou zijn geweest, dus hij heeft een goede beslissing genomen.
Dan is er een buitenlandse invasie in de dorpswinkeltjes. Ik vind in de eerste winkel aardappels en een kool. Verse groente! Kopen! Er is geen andere groente in blik dan erwten. Dus ik ben gelukkig met mijn kool, daar kunnen we wel drie dagen van eten. Dan hoor ik dat de tweede winkel wortels verkoopt. Mijn dag kan niet meer stuk. Ik heb weer verse groenten voor de komende week. Mochten kool en wortels gaan vervelen, geen probleem, ik heb nog een blik erwten in de kast!
Eddy gaat op ons verzoek op onderzoek uit en vindt in Bayan- Öndör een restaurants. Heerlijk, vanavond niet koken. Het restaurant bevindt zich aan de rand van het dorp en is als dusdanig niet herkenbaar. Het is een soort van keuken met huiskamer. In de huiskamer staan vier eenpersoons bedden waar we op kunnen zitten. In het midden staat een tafel met een aantal stoelen. Er is geen menukaart; we krijgen traditioneel Mongools eten bestaande uit een flinke kom soep en een pasteitje van deeg gevuld met vlees. Een aantal van ons zit in de keuken, de rest in de slaapkamer annex woonkamer. In de keuken is een deel afgescheiden, daarachter wordt het eten klaargemaakt. Wij westerlingen kijken onze ogen uit!
We maken kamp buiten het dorp, in de bergen, met de afspraak dat we morgen zullen uitslapen en dan eerst de banden plakken. Dat moeten we zelf doen, omdat er geen voorziening hiervoor in het dorp is. Volgens Kaj hebben alle auto’s samen voldoende spullen bij zich en kunnen we dat ook zelf, dus ik vertrouw maar op Kaj.
In de loop van de dag heeft Henk ontdekt dat de twee voorste schokbrekers van onze Bigfoot olie lekken. Dat is geen goed teken, daar kunnen we niet lang meer mee rijden. Maar in het dorp hebben we weer contact met onze mobiele telefoon en wordt onze eigen vaste eerste-hulp dienst “Benne” gebeld. Deze is bereid om vandaag naar ons huis te rijden en daar de schokbrekers op te halen, die Henk als reserve heeft. Hij zal ze vandaag nog versturen naar Ulaan Batar, net als de spullen van Fons. Wat boffen we toch met zo’n achterban. We hoeven maar te kikken en ons probleem wordt opgelost.
We kunnen met een gerust hart gaan slapen en dat doen we dan ook, om kwart voor 10 maken wij ons bed klaar. Weer een prachtige dag voorbij.
21 augustus
We zitten in een gebied waar veel goudzoekers rondrijden. We zijn al een groepje goudzoekers tegengekomen onderweg en ook als we kamp maken vlak bij de doorgaande track, zien we ze rijden. Ik hoor van de gids dat ze meestal met een groepje mannen een week van huis zijn en in die tijd voor 100 tot 1000 dollar goud per dag vinden. Als ze wat vinden, dat dan weer wel. Het ontdekken van een goede vindplaats is het geheim van de smid. Eddy adviseert ons om vannacht de auto goed af te sluiten, het zint hem niets dat er mensen hebben gezien waar we kamp maken. Die nacht hoort Henk een auto stoppen. Hij gaat het bed uit om te kijken wat er aan de hand is. Ook de anderen zijn wakker geworden. Fons toetert maar een keer, zodat hij zeker weet dat we wakker zijn, gewoon voor de veiligheid. Hij heeft zijn bandenlichter bij de hand en ook Henk zorgt er voor dat hij niet met lege handen staat als hij naar buiten gaat. Het is gedoe om niets, de auto rijdt verder maar wij slapen slecht die nacht. Zeker als er nog een aantal keren een auto voorbij rijdt. Henk hoort ieder geluid en gaat dan kijken, ik hoor zijn gestommel en lig wakker tot hij weer in bed komt. De nacht duurt lang op zo’n manier.
22 augustus
Ik hoop dat iemand dit verslag leest en op internet plaatst, want wij zijn verdwaald in de woestijn. Nou verdwaal je tegenwoordig niet zo makkelijk meer met GPS en dat soort moderne zaken en daarnaast hebben wij nog twee gidsen. Die zijn het echter af en toe niet met elkaar eens. En nu rijden we al twee dagen in de Gobi-woestijn en ik ben heb er genoeg van. De track van vandaag was erg vervelend, veel hobbels en bobbels en het was onduidelijk of we dat nog twee uur of twee dagen zouden hebben. We kwamen ook niemand tegen om de weg te vragen. Toen ik misselijk begon te worden heb ik dat toch maar even gemeld en gelukkig kwam er toen een algemeen overleg, waarin besloten werd om richting dal te rijden en daar een betere track te zoeken. Richting dal is stroomafwaarts, dus dan heb je minder last van hobbels.
We rijden nog een keer verkeerd, de track gaat weer richting bergen en dat willen we niet. Nu staan we ergens in de woestijn, in the middle of nowhere. Nou ja, zojuist een motorrijder gezien, hier ergens boven op de berg. Vast een goudzoeker. Dus zo verdwaald zijn we nou ook weer niet. En Radboud heeft een track gezien die de goede kant opgaat. Ik heb dus goede hoop dat ik uiteindelijk zelf mijn verslag op internet kan zetten.
23 augustus
Vandaag zit ik bij Radboud in de auto, Eddy zit bij Henk. Even wat anders, even een ander gesprek, dat is wel leuk. Verder zitten we nog steeds in de Gobi-woestijn. Je bent nog niet zo maar de Gobi uit, als je er eenmaal in zit. Dat blijkt nu wel. De gidsen hebben zich al verontschuldigd voor de verwarring en de verkeerde keuze van sommige tracks . Ze zijn hier ook voor het eerst en ze hadden de Gobi van Oost naar West willen doorkruisen. Maar “de Gobi laat zich niet dwingen”, zoals Radboud dat zo mooi weet te zeggen. Het landschap is dusdanig dat er enkel goede tracks van Noord naar Zuid lopen. We moeten dus een aardig eind omrijden om weer bij een dorp te komen. We hebben er allemaal een beetje genoeg van, merk ik. Iedereen is moe, wil douchen en wat anders zien dan woestijn. Morgen, dan zullen we het dorp bereiken. ’s Avonds maken we kamp in de buurt van een ger en later die avond gaan we er op bezoek. We drinken warme geitenmelk en praten via de gidsen met de bewoners. Wat een bijzonder leven hebben die nomaden toch, zo in een tentje. Je kunt je er als Westerling bijna geen voorstelling van maken. Het lijkt een beetje op kamperen, maar dan levenslang. Ook in de winter, als het wel 30 tot 40 graden kan vriezen. Brrr, nee, niets voor mij.
We hebben hier bereik met onze mobiele telefoon en iedereen krijgt wel een sms binnen. We horen dat de hond van Cees en Cara flink ziek is. Eerst vermoedde de dierenarts een slangenbeet, in een later sms-je wordt gesproken van de zeldzame ziekte van Addison. Het beest ligt nu in de dierenkliniek aan het infuus voor 24 uur.
Kor en Gretha hebben via Benne ons gevraagd om hen te bellen. We vernemen van Benne dat de accu’s van hun auto stuk zijn. We hebben geen idee waar ze nu zijn en we proberen tevergeefs contact te zoeken. Het lukt niet, niet met de normale mobiel en ook niet met de satelliettelefoon. Op onze sms wordt niet gereageerd. We maken ons wel een beetje ongerust maar gelukkig zijn Joost en Marian bij hen, dat scheelt.
24 augustus
In de middag bereiken we een dorp waar we natuurlijk weer aan het plunderen slaan: benzinepompen worden overvallen, winkels worden leeggekocht en we zijn een attractie voor de plaatselijke bevolking. Ik loop diverse winkels binnen voor al mijn boodschappen, je moet echt overal je slag slaan. In de ene winkel hebben ze brood, in de andere water. Overal vind je wel iets van je gading.
Zo’n 20 kilometer na het dorp, vlak bij de zandduinen, is een tourist-camp. De gers staan keurig genummerd in de rij, er is een restaurantje en er zijn douches en toiletgebouwen. De meesten van ons willen gewoon in de eigen accommodatie slapen, alleen Fons en Arend slapen vanavond in een ger.
Joan gaat nog even terug de duinen in. Even spelen, heet dat. Met de auto het zand in. Kenners zullen nu watertanden, niet-kenners zullen hun wenkbrauwen fronsen.
Vanavond eten we in het restaurant. Hier zijn we twee jaar geleden ook geweest, herinnert Henk zich. Heerlijk, zo vroeg stoppen met rijden. Vóór het eten al het verslag klaar voor internet. Ja, dat is inmiddels een half boek, zoveel heb ik al geschreven maar nog niet geplaatst. Dat zal nog een hele kluif worden voor mijn trouwe lezers….
-
25 Augustus 2012 - 17:12
Heleen Smit:
LIEVE Hetty en Henk,
Ik schrijf "lieve" want ik ben dolgelukkig met jullie verhaal en de prachtige foto's. Wat een wijs besluit van de motorrijders om hun eigen weg te gaan. Het lijkt wel een monstertocht met al die technische problemen. Gelukkig dat julie er zonder verdere ongelukken tot nu toe door gekomen zijn. Ik verlang naar een berichtje van Berthus om van hem zelf iets te lezen. Ik denk dat hij er goed aandoet zijn motor te laten verzenden. Fijn dat hij toch nog in de groep kan blijven bij jullie. Hij heeft er zo hard voor gewerkt en zoveel voorbereidingen getroffen. Voor hem was het een droom om dit te doen. Net als voor jullie allemaal.
Ontzettend sneu voor Cees en Cara wat er allemaal met hun hond gebeurd. We hopen er het beste maar van. Fantastisch dat jullie zoveel voor elkaar over hebben en met elkaar delen.
Ik heb genoten van de verhalen en de foto's en wens jullie nog een behouden voortzetting van deze reis toe. In gedachten reis ik met jullie mee. De groeten aan allemaal! Heleen. -
25 Augustus 2012 - 17:20
Hetty Leenders:
Ik liep me al een paar dagen af te vragen of jullie van de aardbodem verdwenen waren maar gelukkig komt er weer een superlang verslag binnen. Niet bepaald een straf om te lezen! Prachtige foto's! Een kameel met schotel, geweldig! Ook die 2 kleine Mongooltjes, prachtig plaatje! Jullie moeten wel flexibel zijn en kunnen incasseren want het loopt nooit zoals gepland of verwacht of gehoopt. Dat maakt het juist zo avontuurlijk. Bikkels zijn jullie!! :) -
25 Augustus 2012 - 20:12
Erny:
Dit is bepaald geen kabbelende reis. Telkens weer zit ik met bewondering en verwondering alle avonturen te lezen en vraag me af of ik ook echt wel mee had willen gaan. Ik kom tot de conclusie dat de plaatjes geweldig zijn, maar dat ik de rest liever lees. Volgens mij zijn jullie na al die maanden doodmoe. Wat moet er veel geregeld worden! Telkens maar weer creatieve oplossingen bedenken en dan het eten! Ik vermoed dat ik al zou griezelen van de geur van warme geitenmelk en zo lang niet kunnen douchen en maar hopen dat je op de goede weg zit. Wel super dat niemand alleen rijdt.
En wat akelig dat de hond van Cees en Cara zo ziek is. Je krijgt zo wel het gevoel dat jullie aan het overleven zijn hoor. Ik wens jullie voor de rest van de rit wat minder mankementen toe!
liefs en groetjes Erny -
25 Augustus 2012 - 20:58
Cecile:
Lieve Hetty, voor ons is het absoluut geen kluif. Maar voor jullie lijkt het me wel een hele kluif. Prachtige foto´s weer en jouw verhalen blijven me enorm boeien. Het is een heel avontuur, maar ik hoop dat het nu verder alleen nog maar meezit en jullie alleen daar oponthoud hebben waar jullie ook heel graag willen zijn. Knuffels voor jullie allebei. -
26 Augustus 2012 - 00:46
Rianne:
Beste Allemaal,
Pfffff wat een verhaal!!!!
Kun je na gaan in het echt.....
Heel erg dank Hetty voor het delen van jullie avontuur!
Ook ik werd wat ongerust. Maar begrijp het wel. Gelukkig heeft Arend gesmst ( wat opzich al cadeautje is waar ik heel blij mee ben!)
Doe voorzichtig! Geniet! Ik denk aan jullie allemaal!
Heel veel liefs voor jullie! Maar vooral voor Arend natuurlijk :))
En heel veel sterkte voor de hond en zijn baasjes die het nu zo zwaar heeft/hebben.
Rianne xxx
-
26 Augustus 2012 - 11:03
Amber:
Wauw! Wat wordt je reislustig van jullie verhalen zeg, zo gaaf! Ineens krijgen we hier het gevoel dat er nog zoveel dingen zijn die we zouden willen doen haha. Verkoop je huis en ga op reis ;-) Dit is echt prachtig. We genieten van jullie verhalen (ik zou een boek gaan uitbrengen, je kan het!), de foto's werkelijk schitterend. Kaj en Sabine hadden jullie boek van de reis van twee jaar geleden al laten zien aan ons voor vertrek. Toen vielen we al van onze restaurantstoel van enthousiasmte en de prachtige plaatjes! Die woestijn lijkt me uiteindelijk vreselijk zeg! Het gevoel dat waar je ook heen rijdt, het niet uitmaakt. Er komt geen einde aan. Maar... uiteindelijk komt het allemaal goed. We hebben net als jullie nog wel even stress over de hond van Cees en Cara. Het klinkt niet goed. Hopelijk komt ook dat weer goed. Succes, we blijven meelezen. Groetjes ook aan Kaj en Sabine van ons
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley