Gastvrijheid
Blijf op de hoogte en volg Hetty
27 April 2017 | Marokko, Al Hoceima
We zijn aan de Noordkust. Het is onze laatste week hier in Marokko, daarna zullen we weer oversteken naar Spanje. Henk wil graag zo dicht mogelijk langs de mooie kustwegen rijden, dus ik navigeer hem vandaag richting Nationaal Park El Hoseima. De weg begint met asfalt, maar gaat al snel over in een zandweg. Op de kaart van ‘MapsMe’ lijkt alles plat, maar de ervaring heeft me geleerd dat dat niet klopt en de zandweg had ik niet ontdekt op de navigatie. Ik zie diverse haarspeldbochten in de komende kilometers, dat betekent bergen. Die zijn er inderdaad volop, dus ik begin hem een beetje te knijpen.
“Zullen we maar terug gaan?”, vraag ik.
“Waarom?”
“Nou, de weg wordt slechter straks, denk ik. Het asfalt is ook al verdwenen.”
“Dat zien we dan wel,” is zijn nuchtere antwoord.
Het lijkt allemaal mee te vallen, tot er een stuk weg ontbreekt. Weggespoeld.
“Draaien?” vraag ik hoopvol.
Maar nee, Henk rijdt onverstoorbaar verder door de schitterende natuur.
“Nou, als ik geweten had dat er hier zo veel hoogteverschil was, had ik je een andere weg ingestuurd…” zeg ik als we steil omhoog rijden.
Henk is nog steeds niet onder de indruk van mijn commentaar en roept af en toe: “Hier kunnen we eventueel makkelijk omdraaien” maar rijdt wel gewoon verder.
Het valt me mee, de zandweg is goed onderhouden en breed genoeg voor de Bigfoot. Dan komen we boven op de berg opeens een paar huizen en een moskee tegen. Die staan niet op de kaart.
“Links, hier links,” roep ik, terwijl Henk rechtsaf slaat.
“Links,” roep ik nog een keer.
“Even kijken wat daar is,” zegt hij onverstoorbaar en rijdt richting een huis. Daar staat een oudere man te kijken wie er zijn erf op komt rijden.
“Ga eens vragen of we hier vannacht kunnen blijven staan,” vraagt Henk.
Tjonge, wat een opdracht weer. Henk bedenkt soms de gekste dingen maar ik moet dat dan weer gaan vragen in mijn beste Frans. Ik stap uit. De man blijkt Spaans te spreken, geen Frans.
“Kun je mooi je Spaans nog eens oefenen,” lacht Henk.
Ja ja, schakel maar eens over van Frans naar Spaans, dat duurt wel even maar uiteindelijk begrijpen we elkaar toch, mogen we blijven overnachten en dus zoekt Henk een vlak stukje veld om de Bigfoot te parkeren.
We worden uitgenodigd op de thee, waar we graag gebruik van maken. Wat een gastvrijheid weer. En of we nog iets willen eten, vraagt de dochter van de man.
“Ja, graag,” knikt mijn echtgenoot.
En zo zitten we een kwartiertje later in de tuin, onder een afdakje, met een potje thee, een schaal biscuitjes, brood en een schaal met wat vis met gekruide aardappels.
“Comer!” wordt ons opgedragen. “Eten!”
Onze gastvrouw komt er niet bij zitten en ook haar vader verdwijnt. Daar zitten we dan samen te eten, het lijkt wel een restaurant.
Later gaan we natuurlijk uitgebreid bedanken en maken we ook nog kennis met de moeder des huizes. Ze klopt naast zich op de bank terwijl ze naar mij kijkt: “kom hier maar gezellig zitten”. Iedereen lijkt er van te genieten dat we er zijn, wijzelf natuurlijk ook.
En ik ben blij dat Henk niet naar mij geluisterd heeft, want dan waren we 18 kilometer geleden al omgedraaid.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley