Warm of niet warm?

Dag 31, 13 april

We staan aan de kust. Wat een genot, 25 tot 28 graden overdag, en ’s nachts koelt het af naar 13 graden. Dat is wat anders dan de woestijntemperaturen van de afgelopen weken. Ik dacht dat ik goed tegen de warmte kon, maar 35 tot 38 graden is blijkbaar toch te warm voor mij.

Henk besluit om de verwarming na te kijken. Die werkt al sinds het begin van onze reis niet naar behoren. Daarom hebben we geen warm water en slaat de pomp (om druk op te bouwen) erg vaak aan, zonder reden. Hij demonteert als eerste onze tafel, om er goed bij te kunnen. Daarna is de rest aan de beurt. Al snel is het één grote werkplaats in de Bigfoot. Gelukkig is er een mankement wat het probleem lijkt te veroorzaken en Henk repareert dat. Daarna zet hij alles weer in elkaar en alle losse boutjes en moertjes zijn weer verdwenen, hij houdt niets over op het eind. Een goed teken, vind ik. We zijn dan 4 uur verder.

Die avond staan we op een camp in Sifi Ifni. Ik zie dat er ook een wasmachine is en de volgende morgen verschonen we ons beddengoed en zoek ik de rest van de vuile was bij elkaar. Inspectie leert echter, dat er wel een wasmachine staat maar daar is dan ook alles mee gezegd.
“Ik doe hier in de Bigfoot wel een handwas want er is immers weer warm water,” zeg ik tegen Henk.
“Gezellig,” is zijn antwoord.
Het beddengoed verdwijnt in de kist onder de bank en een half uurtje later hangen er vele schone onderbroeken en shirts aan de lijn.
Buiten is het 18 graden. Misschien moet ik alles binnen hangen en de verwarming aan doen…