Laatste dag op IJsland

28 mei

Wat doe je als er een weg op de kaart staat die dood loopt? Dan rijd je daar in omdat men er een doorgaande route heeft gemaakt. Tenminste, dat doe je pas ná advies van de VVV. En zo kunnen we toch nog snel bij de boot komen. We hoeven dus geen omweg te maken, gelukkig.
“In dat geval gaan we gewoon nog even naar de Dettifoss,” zegt Henk.
Zo gezegd, zo gedaan en al na anderhalf uur staan we op de parkeerplaats en moeten we de sneeuw in. Lopend. Het ziet er uit als een wintersportgebied.

Ik trek mijn bergschoenen aan en Henk wisselt ook zijn schoeisel en gewapend met camera’s gaan we op pad. Het is lastig lopen in de losse sneeuw. Er ligt een heel pak en regelmatig zakken we 20 cm of meer weg in de sneeuw. Als er dan smeltwater onder zit, heb je natte voeten, zo is onze ervaring. Maar toch, het ploeteren door de sneeuw is wel leuk. De zon schijnt, het is warm en we hebben tijd zat. Heerlijk!
Na een kilometer of twee bereiken we de Dettifoss. Helaas gaat een groot deel van de waterval verscholen achter een heel pak sneeuw, maar we zien genoeg van dit alles om toch een voldaan gevoel te hebben.
Terug richting boot nu. We maken bivak in Egilstadir, dat is de laatste plaats voor de havenstad Seydisfjördur. Daar zoeken we het plaatselijke zwembad op en gaan we voor de laatste keer lekker in een hottub.

29 mei

Ik slaap slecht. Enerzijds is dat omdat ik weet dat we weer de boot op gaan, maar de voornaamste reden is denk ik wel dat de zon schijnt. Vanaf kwart over drie vanmorgen schijnt hij geniepig door de kiertjes van onze verduisteringsgordijnen heen alsof hij zeggen wil: opstaan, de dag is begonnen. Henk is ook wakker, merk ik. Hij heeft het luik naar de cabine al dicht gedaan vanwege het felle licht, maar dat is niet voldoende.
“Laten we omdraaien,” stel ik voor. “We liggen net onder het raam waar de zon op staat, als we met ons hoofd op het voeteneind liggen hebben we daar minder last van.” Het werkt. We slapen nog een paar uurtjes en dan is onze laatste dag begonnen.
Nog een beetje geld pinnen, wat etenswaren halen voor op de boot, laatste foto’s inladen en uitzoeken, verslagje schrijven, internet zoeken, tas vullen met kleding voor op de boot. Henk maakt nog een schetsje voor een ander (nóg handiger) trapje aan de Bigfoot. Vanmiddag om vijf uur moeten we ons melden in de haven om in te schepen.
Het is warm. De temperatuur buiten is 16 graden, er is geen wind. Ik heb voor het eerst sinds het begin van deze reis mijn sandalen aangetrokken. De IJslanders lopen al in hemdjes en met shorts. Voor hen is het waarschijnlijk een soort hittegolf.
De afgelopen tijd was té koud voor de maand mei. Troost is dat het thuis ook kouder was dan normaal. Het gaat nu zomer worden. Maar goed dat we vertrekken vandaag.
Een hittegolf… je zou er een zonnesteek van oplopen.